VAN TRAFALGAR TOT AUSTERLITZ

Geplaatst op 1 november 2006 door Rolf Falter
Le Monde schrijft niet over Trafalgar, The Times  niet over Austerlitz
Niet één letter besteedde de Franse krant Le Monde op 21 oktober laatstleden aan de tweehonderdste verjaardag van de zeeslag bij Trafalgar.
 
Op die datum in 1805 vernietigde een Britse vloot van 27 schepen onder leiding van vice-admiraal Horatio Nelson een gezamenlijk Frans-Spaanse vloot van 33 schepen voor de zuidkust van Spanje, ter hoogte van Cabo de Trafalgar, halfweg tussen Cadiz en Gibraltar.
 
Nelson zelf werd dodelijk getroffen door een kogel, maar stierf net laat genoeg om even de overwinning te smaken. Er waren 8500 gesneuvelden en gewonden, de meesten doordat hun zwaar beschadigde schepen zonken door een geweldige storm die daags na de slag losbrak. Sedertdien zijn de zeven wereldzeeën Angelsaksisch binnenland, tot 1942 Brits, nadien Amerikaans.
 
Ook Le Figaro zweeg op 21 oktober in alle talen. De Spaanse El Pais bracht wel prominent verslag uit van de herdenkingsceremonie op de kustlijn, en verhaalde hoe de Spaanse minister van Defensie een krans neerlegde voor de doden van toen. Elders op het continent werd nauwelijks over Trafalgar geschreven. De Britse kranten daarentegen hadden vele bladzijden over voor de verjaardag. De Times pronkte met haar berichtgeving van toen, veertien dagen na datum vanwege de lange reisweg van het nieuws, maar ook een mijlpaal in de journalistiek: voor het eerst besteedde een krant meerdere pagina’s – drie van de vier beschikbare, met een oplage van 2500 exemplaren - aan een nieuwsfeit.

Het ontbrak die Britse media overigens niet aan kritische noten. Op de heldenmythologie rond Nelson werd stevig afgedongen, iets wat niet vanzelfsprekend is bij iemand die alle conventies van maritieme oorlogvoering overboord gooide, die oog en rechterarm verloor in eerdere gevechten, en die desondanks een aristocratische maitresse veroverde in, of all places, de baai van Napels.

Er werd opgemerkt dat Nelson geen strateeg was, zijn snelle promotie aan een oom dankte, en meedogenloos kon zijn. Maar finaal woog in alle beschouwingen toch zijn inventiviteit door, zijn cameraderie met zijn matrozen, zijn bravoure, kortom: zijn Britishness. Er staat dan ook volkomen terecht een meer dan levensgrote stenen Nelson bovenop de hoogste zuil van hartje Londen, op Trafalgar Square.
 
Het zal overigens niet anders zijn, maar dan in een Franse versie, als op 2 december de tweehonderdste verjaardag van de slag bij Austerlitz wordt herdacht, het moment suprême van de generaal die Napoleon Bonaparte toch altijd was. In en om het dorpje nabij Brno in het huidige Tsjechië stond het Frans leger tegen een overmacht van Russische en Oostenrijkse troepen. Bonaparte lokte ze doelbewust naar een schijnbaar zwakke flank in zijn leger, en viel dan met achtergehouden versterkingen beide legers frontaal aan, om ze van elkaar te scheiden en ze te vernietigen. Ongeveer 20.000 soldaten werden gedood en zwaargewond, enkele duizenden van de Oostenrijkers en Russen doordat ze op hun vlucht door het bevroren oppervlak van een meertje zakten.
 
Natuurlijk zullen er kritische noten zijn over Bonapartes oorlogsdrift, zijn ongevoeligheid voor verspilde manschappen, zijn falen in het gevecht met Engeland. Maar finaal zullen ook in de commentaren in de Franse kranten op 2 december zijn strategisch inzicht, zijn listigheid, zijn bravoure, kortom zijn Frans genie de boventoon voeren.
 
Trafalgar en Austerlitz zijn nochtans niet van elkaar te scheiden. Trafalgar was het eindpunt van bijna twaalf maanden kat en muis tussen Nelson en zijn Franse opponent Villeneuve. Die moest in een door Bonaparte uitgetekend groot strategisch maneuver via de Caraïben veel meer schepen zien te verzamelen dan de Britten, wat Nelson hem precies moest beletten.
 
Inzet was de inval in Engeland langs de Thamesmonding, waarvoor Napoleon een groot leger in Boulogne samenbracht. Maar dat leger moest hij eind augustus 1805 oostwaarts sturen. Het Brits parlement had immers in paniek Bonapartes oude tegenstander William Pitt teruggehaald naar Downing Street. En die was er in geslaagd Russen en Oostenrijkers in een alliantie tegen de tomeloze Fransman mee te krijgen. Tegen dat Bonaparte in Austerlitz die bedreiging ongedaan had gemaakt, had hij geen vloot meer.
 
In die context van gigantische strijd vormden overigens ook de Lage Landen, in 1805 volledig onder Franse controle, een schaakstuk. Bij het smeden van zijn alliantie somde Pitt in januari 1805 tegenover de Russische ambassadeur de Britse oorlogseisen op. Helemaal bovenaan stond het herstel van de Hollandse Republiek, met Antwerpen en Maastricht daaraan toegevoegd, opdat vanuit de delta geen bedreiging meer zou uitgaan op de Thamesmonding. De rest van de Zuidelijke Nederlanden kon naar Pruisen gaan, of, als de Russen het daar niet mee eens konden zijn, naar het herstelde Holland, in beide gevallen om als buffer tegen Frankrijk te dienen. Dat schema zou negen jaar later precies zo worden uitgevoerd.
 
Wat was het belangrijkste, Austerlitz of Trafalgar? Het laatste, maar dan alleen maar omdat de Britten finaal, in 1815 in Waterloo, wonnen van Bonaparte, en die zege zonder Trafalgar onmogelijk geweest zou zijn. William Pitt zag dat in zijn tijd overigens anders.
 
Toen hij half december van de zege van Bonaparte vernam, zou hij zijn medewerkers gevraagd hebben de kaart van Europa op te rollen en op te bergen. ‘Die hebben we toch niet meer nodig’, zei hij. Pitt stierf anderhalve maand later, amper 50 jaar oud en diep depressief omdat er geen enkel uitzicht meer was op een gunstig einde van de al zo lang aanslepende oorlog.
Bericht geplaatst in: artikel