KOLJA

Geplaatst op 25 december 2017 door Jos van Raan
Kolja

Japin komt wederom met een historische roman, gebaseerd op een originele gebeurtenis.

Ditmaal staat de raadselachtige dood van de componist Pjotr (in het Westen vaak Peter genoemd) Tsjaikovski centraal. Wat gebeurde er precies in 1893? Drinkt de componist per ongeluk een glas ongekookt water en sterft snel daarna aan de cholera? Of was het vuile water slechts een afleiding en zat er meer achter het dramatische voorval? Japin komt met een duidelijk antwoord.

Hij laat een doofstomme jongen, Kolja, in zijn boek aan het woord, die door Modest Tsjaikovski (broer van Pjotr) is opgevoed en van wie hij geleerd heeft te praten en te liplezen. Maar grote broer Pjotr is bij een groot deel van de opvoedingsjaren betrokken. De hoofdstukken spelen zich gedeeltelijk af tussen de sterfdag van de componist en zijn begrafenis, maar worden onderbroken door fragmenten uit het dagboek (notities noemt hij dat) van Modest. Hierin lezen we het verhaal van de opvoeding van de doofstomme jongen en zijn omgang met de wereld. Op deze wijze heeft Japin twee ïk-figuren" in het verhaal verweven.

Het boek leest als een spannende detective. Kolja praat met iedereen om achter de waarheid van de dood van Pjotr te komen, maar daardoor blijft zijn handelen wat ongeloofwaardig. Het is niet aan te nemen dat een van geboorte doofstomme jongen zo gemakkelijk een gesprek kan voeren. Ook zijn karakter komt hier niet zo goed uit de verf. Nauwelijks aangeslagen door het plotselinge verlies van een van zijn opvoeders mist hij de uitvaart en de begrafenis om de waarheid over de dood van Pjotr te achterhalen. Daardoor komt Kolja naar voren als een wat koel personage. En Modest is in dit deel van het verhaal een figuur die op de achtergrond blijft, terwijl hij over de opvoeding van Kolja juist de rol van verteller vervult. Deze twee figuren en hun verhouding hadden beter uitgewerkt kunnen worden.

De lezer krijgt een goed inzicht in het leven van de betere, conservatieve kringen in Sint Petersburg aan de eind van de 19e eeuw. Doordat de beide Tsaikovski's en Kolja homofiel waren, komt de ambigue levensopvatting van die tijd goed in het boek naar voren. Als boodschap uit het boek zou je kunnen halen, dat er in al die jaren niet zo veel veranderd is. En zeker niet in Rusland. Het eergevoel overheerst. Alles mag, als het maar niet naar buiten komt. In dit opzicht is Japin zeker geslaagd.

De stijl waarin het boek geschreven is, lijkt veel op die van de grote Russische schrijvers: het verhaal, verteld aan de hand van veel dialogen en dagboekfragmenten.

"Was ik maar doof zoals jij!" verzuchtte mijn broer. Niet te hoeven horen wat mensen zeggen, Kolja, je zou eens moeten weten hoe ik jou daarom benijd. ……In mijn hoofd is het nooit stil, geen tel! Zijn het de woorden niet, waarmee mensen mij achtervolgen, dan zijn het wel mijn eigen noten."

Het boek eindigt met een nawoord met toelichting op de gebruikte begrippen en personen en in het kort het vervolg van de levens van de dramatis personae. Je krijgt hierdoor de indruk dat je de geschiedenis van werkelijk bestaande personen hebt gelezen. Dat is natuurlijk ook zo, maar het blijft een roman met een interpretatie van de feiten door de auteur.

Alles bij elkaar een spannend, goed leesbaar boek.

Titel: Kolja, roman
Auteur: Arthur Japin
Uitgever: De Arbeiderspers
Datum: september 2017
Vorm: hardcover
Blz: 343
Prijs: 22,50
ISBN: 978 90 295 0991 6

 

Bericht geplaatst in: boekrecensie