BURGERS, ADEL EN BUITENPLAATSEN

Geplaatst op 10 januari 2017 door Redactie
Burgers, adel en buitenplaatsen
Kasteel Duivenvoorde, Voorschoten. Foto: M.M.Minderhoud - Wikipedia/Michiel1972

Een aanrader voor een ieder die van mooie huizen en kastelen houdt.

Statig rijst het kasteel op, met de toren boven de toppen van de bomen uitreikend, gelegen aan de Landgoederenroute. Het kasteel is omgeven door een grote vijver met fontein en veel groen. De toren is al een keer met een etage verhoogd, tijdens de bouw (1899). Een aantrekkelijk plaatje waarbij je al klassieke muziek. Zo spreekt het tot de verbeelding. Kasteel De Wittenburg in Wassenaar. Gebruikt als buitenplaats door de eigenaren van adellijke afkomst. Voor de bouw heeft men kasteel Zuylenstein in Amerongen als inspiratiebron genomen. Alle ruimtes in De Wittenburg hebben een eigen stijl, bijvoorbeeld oudhollands of renaissancistisch. Een perfecte buitenplaats, beschreven door auteur en kunsthistoricus René W.Chr. Dessing in zijn boek 'Haagse en Leidse buitenplaatsen, Over landelijke genoegens van adel en burgerij.'

René Dessing beschrijft in heldere taal de opkomst van buitenplaatsen en welke factoren hierbij een rol hebben gespeeld. Tussen de zeventiende en de achttiende eeuw zijn veel buitenplaatsen gesticht door de adel, kooplieden, amtenaren, wetenschappers en meer mensen 'van stand.' Daar konden ze er bijvoorbeeld in de zomer genieten van het buitenleven. Stadhouders, militairen, ambassadeurs en hoge ambtenaren bezaten buitenplaatsen. Haagse kooplieden bezaten soms een buitenplaats en een stadswoning.

Buitenplaatsen ontstonden in Wassenaar, Voorschoten, aan de rand van Delft en Rijswijk, in het Westland en langs de Vliet en de Vecht. Maar veel van die buitenplaatsen zijn ook weer verdwenen door economische teruggang, industrialisatie en de landbouw die zich uitbreidde. In Den Haag nam het aantal op een gegeven moment weer toe, omdat de stad groeide.

Na de Franse tijd liep de aanleg van buitenplaatsen wel terug, terwijl er in en om Den Haag tot aan 1940 nog nieuwe buitenplaatsen werden aangelegd. Rijke industriëlen en kolonialen lieten kostbare huizen optrekken, waaronder De Wittenburg, Voorlinden en Arcadia.

De kerk bezat in Holland veel grond. Er waren stedelijke kloosters en kloostercomplexen op het platteland. Zo werden Rijnsburg en Leeuwenhorst bewoond door adellijke nonnen. En Rijnsburg had weer banden met de graven van Holland. Kloosters bezaten veel gebieden die in de middeleeuwen verder werden uitgebreid. Zo bouwden de kerk en kloosterordes een aanzienlijk grondbezit op. In Zuid-Holland spelen kloosters in de geschiedenis van adellijke kastelen en de daaruit voortvloeiende buitenplaatsen een rol, zoals op Warmond en Duivenvoorde.

Veel buitenplaatsen raken in de negentiende en twintigste eeuw hun oorspronkelijke woonfunctie kwijt en worden in gebruik genomen als kantoor of klooster. Soms werd er compleet herbouwd, zoals Arentsburgh/Hoekenburg in 1912 met een nieuw ontwerp in neoclassicistische stijl. De tuinen bekijken vanaf uitkijkpunten en belvedères is een geliefde bezigheid. Dit is al te zien bij de landschapsschilders in de zeventiende eeuw

René Dessing gaat in zijn boek in op achtendertig buitenplaatsen. Het boek is erg aantrekkelijk door de vele prachtige foto's, plattegronden, kaarten, tekeningen en schilderijen die met de buitenplaatsen te maken hebben. Dessing beschrijft hoe nauw de buitenplaatsen verbonden zijn met de geschiedenis.

Bij elke buitenplaats is er een kader met 'Zien en Doen.' Daarin geeft de auter aan of je er kunt wandelen of fietsen, of er een museum is en of er activiteiten zijn.

Mooi is een detailfoto van de wandtapijten in de Blauwe Kamer van kasteel Endegeest, waar de Franse filosoof en wiskundige René Descartes woonde van 1641 tot 1643. Bijzonder is ook het schilderij van Warmond. Eerst zag men dit donker aandoend schilderij aan voor een gezicht op een kerk in Nieuwkoop. Veel later ontdekte men dat het oude Huis te Warmond is afgebeeld. Op het schilderij uit 1661 zijn de vernielingen na het beleg van Leiden in 1573 te zien.

In veel buitenplaatsen zijn hebben andere activiteiten de woonfunctie overgenomen. Zo toont Huijs Dever glaswerk dat in de buurt van het kasteel gevonden is. In het boek heeft de auteur een overzicht van activiteiten per thema opgenomen, zoals wandelgebied, mooie tuinen, musea en muziekavonden.

Het boek is een aanrader voor een ieder die van buitenhuizen en kastelen houdt. Het bevat mooie verhalen en wetenswaardigheden over buitenplaatsen en is tegelijkertijd een naslagwerk.


René W.Chr. Dessing
Haagse en Leidse buitenplaatsen.
Over landelijke genoegens van adel en burgerij
Uitgeverij Kantoor Verschoor, boekmakers
ISBN 978 90 8258 930 6
€19,95

Bericht geplaatst in: boekrecensie