DE SPELEN IN NEDERLAND

Geplaatst op 3 april 2011 door Lieke Wijnia
De Spelen in Nederland
Wie iets handzamers zoekt dan de eerder besproken koffietafelboeken over de Olympische Spelen 1928, zit goed met het boek Amsterdam 1928 door Paul Arnoldussen.

Ondanks het bondige karakter, zit het boek boordevol interessante verhalen en leuke anekdotes.

 
Arnoldussen heeft voor dit boek zeer geslaagd archiefonderzoek gedaan. Zo haalt hij informatie uit kranten, tijdschriften en Olympische propaganda. Spijtig genoeg is het archief van het officiële organisatiecomité van de Spelen 1928 verdwenen. Toch is er genoeg waardevol archiefmateriaal om de opmerkelijke geschiedenis van deze Olympische Spelen te vertellen.

Die geschiedenis begint met de voorbereiding. De Nederlandse regering in persoon van Minister Colijn van Financiën zegt in eerste instantie een miljoen gulden subsidie toe aan het Nationaal Olympisch Comité, maar stuit op hevige tegenstand van Colijns eigen partij, de ARP. Die eist namelijk dat er niet op zondag gesport wordt, maar deze eis wordt niet ingewilligd. En dus moet de NOC andere middelen vinden om de Olympische Spelen te bekostigen. Uiteindelijk wordt er een inzamelingsactie op poten gezet, door onder andere Het Handelsblad en de Telegraaf. De Nederlandse bevolking doneert genereus. Daarbij besluiten de burgemeester en wethouders een half miljoen gulden te doneren aan het NOC. Zo worden er genoeg financiële middelen bij elkaar gebracht en kunnen de Spelen plaatsvinden in Amsterdam.
 
Veel besproken is ook de bekende poster van de IXe Olympiade Amsterdam. Zo klopt het woordgebruik niet; officieel is een olympiade de periode van 4 jaar tussen twee Olympische Spelen in en de term refereert dus niet aan de periode van de Spelen zelf. Daarnaast is er ook veel kritiek op de afgebeelde atleet. Al rennend houdt hij zijn linkerarm en linkerbeen naar voren, als een telganger. Deze houding is voor mensen niet te doen, wel voor paarden. De organisatie vindt echter voor beide incidenten een redenatie om gebruik toch door te zetten. Deze en vele andere anekdotes maken van dit boek een waardevolle toevoeging in de secundaire literatuur over de Spelen 1928.
 
Waar de andere boeken grotendeels per sport zijn geordend, om zo ruimte te maken voor de enorme hoeveelheid aan historisch fotomateriaal, daar is het boek van Arnoldussen chronologisch en thematisch geordend. Zo komen na de voorbereiding en de opening de Spelen van dag tot dag aan bod. Ook het amusement rondom de commerciële kanten en het strikte mediabeleid van de Spelen worden belicht. Interessant is de manier waarop wordt omgegaan met actuele sportuitslagen. Bij de kantoren van de kranten worden deze opgehangen, als ware ze een voorbode van twitter. Radioverslagen waren namelijk verboden, waardoor het publiek buiten het stadion afhankelijk was van de dagbladpers. Deze probeerde zich op haar beurt onderling te onderscheiden door op allerlei manieren zo actueel mogelijk te zijn.

Tot slot biedt het boek ook een historische context voor de plannen om de Spelen in 2028 naar Nederland te halen, waarvoor de voorbereidingen in volle gang zijn. Ondanks het ontbreken van het archief, heeft Arnoldussen veel wetenswaardigheden op organisatorisch gebied beschreven. De Spelen vonden plaats in het laatste jaar voor de financiële crisis van 1929; het laatste jaar van de roaring twenties. Een tomeloos optimisme en doorzettingskracht maakten zich meester van het organisatiecomité en later ook het publiek. Dat is misschien nog wel het meest opmerkelijke aan deze geschiedenis. Arnoldussen ziet het ook in 2028 weer in Amsterdam gebeuren. Zoals hij schrijft, “Maar laten we wel zijn: “Amsterdam 2028”, dat klinkt en dat oogt.”
 
 
Amsterdam 1928, De Spelen in Nederand
Paul Arnoldussen
Uitgeverij Thomas Rap, Amsterdam
Herdruk, Zomer 2008
192 Pagina’s
ISBN 9789060057551
Prijs: € 10,-
 


Bericht geplaatst in: artikel, boekrecensie