LAATSTE KOEMPEL DOET HET LICHT UIT

Geplaatst op 7 september 2010 door Peter de Koning
Laatste koempel doet het licht uit
Gevangen onder de grond? Dan wil je wel iets leuks horen...
Foto: Mijnwerker in Potosi, Bolivia, WikeMedia Commons, Christophe Meneboeuf

Muziekhistoricus Peter de Koning legt zijn oor te luisteren bij oude liedjes die ons iets kunnen leren over een actueel thema. Vandaag: de mijnwerkers in Chili.
 
In Chili zitten 33 mijnwerkers vast onder de grond. Op een diepte van meer dan 700 meters. Het lijkt er op dat ze voorlopig pas over drie maanden verlost kunnen worden. Tot die tijd zitten ze vast in een ruimte van vijftig vierkante meter waar het een graad of 34 is. Psychologen adviseren de koempels geen spelletjes te spelen (grote kans op ruzie), maar samen zingen verhoogt volgens de vorsers het moreel.
 
Repertoire te over, want er zijn veel liedjes over mijnwerkers geschreven. De familieleden is geadviseerd vooral positieve boodschappen naar beneden te sturen. Vrolijke liedjes voor onze mijnwerkers dus. Een inventarisatie van de liedjes die we de vastzittende koempels kunnen voorschotelen.
 
Een van de bekendste mijnwerkersliedjes is Working in a coalmine van soulzanger Lee Dorsey uit 1966. Het ritme is opbeurend maar de tekst iets minder. Volgens Lee is het leven in de put zwaar: vroeg opstaan, hard werken in de hitte en aan het einde van de dag zo verrot zijn, dat je niet meer op je benen kan staan, laat staan dat je kan denken aan een feestje.  

Johnny Cash dan. Werkte zelf nooit in de mijnen, toch schreef hij er met Dark as the dungeon een lied over. Met dezelfde toon als Lee Dorsey: jongens, blijft uit de buurt van de mijnen, want het werk is er zwaar en gevaarlijk. 
 

Een van Cash’ beroemde voorgangers was folkzanger Woody Guthrie, die groot werd in een tijd dat liedjeszangers ook nog fungeerden als nieuwsmakers. Zeker wanneer de gevestigde media het af lieten weten, zoals het geval was bij een staking van mijnwerkers in 1913. De politie sloeg het protest keihard neer. Zonder aanziens des persoons, want er kwamen ook elf kinderen om. Na al die jaren is Ludlow Massacre nog steeds een huiveringwekkend nummer. Ook niet opbeurend dus.
  

Kan het nog erger? Jazeker! Het meest beklemmende mijnwerkerslied komt van dichtbij, van de Belgische fanfare Orchestre International Du Vetex. Het heet Licht a.u.b., en is een eerbetoon aan de 262 mijnwerkers die omkwamen bij de ramp in het Waalse Marcinelle (1956). Er wordt niet gezongen en het lied begint als een dodenmars waarbij de tubaklanken traag door de lucht rollen. Een huilende trompet brengt een laatste saluut.


Bovenstaande liedjes schetsen een grimmig beeld van de mijnbouw: hard werken onder slechte omstandigheden, met de dood op je hielen. Dat is niet echt een repertoire om de Chileense kameraden mee op te beuren. Maar gelukkig zijn er ook uitzonderingen. Een daarvan komt van Carboon, een Limburgse groep die al twee cd’s opnam met dialectliedjes uit de Limburgse mijnen. De laatste cd D’r letste koempel deet de lamp oet kwam dit jaar uit. De meeste liedjes bezingen de kameraadschap van de mijnarbeiders onder de grond. Iets waar Limburgse ex-mijnwerkers ook na de sluiting van de mijnen hoog over op gaven. 
 

Die cd dan maar naar beneden. Laten we hopen dat die liedjes het beste in de koempels naar boven haalt. 

 
 
Bericht geplaatst in: artikel, column