WE ZIJN WAT WE ETEN

Geplaatst op 24 augustus 2010 door Lucia Hogervorst
We zijn wat we eten
Kleding en voedsel als informatiebronnen voor de historicus.
Van links naar rechts: Jouke Turpijn, Garrelt Verhoeven, Peter Scholliers en Hans Goedkoop. Foto: Lucia Hogervorst

Tien minuten te laat loop ik de collegezaal binnen voor het programmaonderdeel We are what we eat and what we wear. Food and clothing in history. Ik was compleet verdwaald geraakt tussen de Amsterdamse grachten en grachtjes, maar een behulpzame ‘local’ wees me de goede richting en zo kan ik nog net een stukje inleiding van Peter Scholliers meemaken.
Met de verschuiving richting culturele geschiedenis in de jaren negentig werd onderzoek op het gebied van voedsel en kleding onderdeel van de geschiedwetenschap, zo vertelt hij. Die geschiedenis zegt veel over onze persoonlijke en nationale identiteit,  over de groep waar je toe behoort op sociaal, economisch, cultureel en politiek niveau, over rangen en standen, over handel en diplomatie, over ziekte en gezondheid.

Nicolas Drocourt bespreekt de rol van kleding en voedsel als diplomatiek middel in het Byzantijnse Rijk. Door culturele verschillen kon onbegrip ontstaan bij contacten met buurlanden. Een gezant uit het westen vond het eten in Constantinopel vreselijk en begreep niet waarom de hoogwaardigheidsbekleders van die vreemde tunieken droegen. De Byzantijnse keizer beklaagde zich op zijn beurt over de Griekse wijn: niet te drinken, zo oordeelde hij. De kleur paars was een belangrijke kleur voor de Byzantijnen, en dat de Paus in een paars gewaad rondliep stuitte dus op onbegrip. Maar er waren ook culturele overeenkomsten: zijde werd zowel in het westen als in het Byzantijnse Rijk als buitengewoon waardevolle stof en belangrijk instrument in diplomatieke contacten beschouwd. 

Hannele Klemettilä vertelt aan de hand van illustratief beeldmateriaal over het gebruik van bont en de betekenis ervan in de late middeleeuwen. In Frankrijk, Engeland en Italië werd bont enorm populair bij de adel, en die keek niet op een eekhoorntje meer of minder. Het dragen van bont stond voor gezag en waardigheid. Koning Balthasar benadrukte in de 16e eeuw zijn speciale status door zicht te hullen in de vacht van een exotisch katachtige. Maar het gebruik van bont moest natuurlijk wel ‘upper class’ blijven en was daarom aan voorschriften gebonden: voor arbeiders en knechten die minder dan veertig shilling aan goederen in bezit hadden was bont verboden. In de late middeleeuwen werd bont breed toegepast, voor kleding, magie, therapie en kunst , maar ook bij de inrichting van het huis. Niet iedereen vond het gebruik van bont een goed idee: Leonardo Da Vinci was de eerste die zich publiekelijk verzette tegen het gebruik van bont en de wreedheid tegen dieren, getuige zijn schilderij De dame met de hermelijn, waarop zo’n dier levend wordt afgebeeld.

Nail Usmanov legt het verband tussen voedsel en hulpverlening en voedsel en gezondheid. Hij bestudeerde de hongersnood in Rusland van 1921 tot 1924. Na zeven jaar oorlog en revolutie was voedsel enorm schaars, en mensen aten alles wat ze maar konden vinden, tot honden, katten en ratten toe en zelfs kannibalisme kwam plaatselijk voor. Amerikaanse voedsel- en kledinghulp heeft vele miljoenen Russen het leven gered.  Zelfs het Rode Leger droeg kleding uit Amerika. Maar er was groot onderling wantrouwen: Amerika vreesde dat het voedsel onderweg gestolen zou worden of in handen zou vallen van de Bolsjewieken die er vervolgens wapens van zouden kopen. Rusland was bang dat Amerika de voedselhulp gebruikte om haar superioriteit aan te tonen en om macht uit te oefenen op het Bolsjewistische bewind. Deze voedsel- en kledinghulp is nog onvoldoende bestudeerd, want het was lange tijd een taboeonderwerp in de Russische geschiedenisboeken.  

Mina Roces bestudeerde de verbanden tussen kleding, status en identiteit in de geschiedenis van de Filippijnse elite in de tijd van de Franse overheersing en daarna. In deze geschiedenis speelt 'piña' een grote rol. Piña is een vezel van de ananasplant. Het is een zeer arbeidsintensief proces om kleding te maken van deze vezels, en dat maakt piña-kleding duur en heel bijzonder. De Filippijnse elite straalde met deze kleding een hoge status en exclusiviteit uit: het was kwetsbare kleding op maat waar maanden aan gewerkt was, en daar konden zij in rondlopen. De piña-fashion was een puur Filippijns verschijnsel en groeide uit tot een nationaal symbool en droeg bij aan de nationale identiteit. Met de Amerikaanse machtsovername op de Filippijnen raakte het dragen van piña uit de mode. Jammer, want de beelden die Roces bij haar verhaal gebruikt tonen prachtige kleding!

Met behulp van een overheadprojector en wat sheets in zwart-wit vertelt Carol Gold vol enthousiasme over aardappelen en deDeense nationale identiteit. Blijkbaar hebben de Denen behoefte aan iets typisch Deens. 

Carol Gold toont Deense specialiteiten, foto: Lucia Hogervorst


Er zijn wel nationale symbolen, zoals de Deense vlag, het volkslied en het Deense koningshuis, maar daarmee is het rijtje klaar. Hoewel ze afkomstig zijn uit de ‘Nieuwe Wereld’ beschouwen de Denen aardappelen als typisch Deens. De aardappel dreigt echter in de verdrukking te raken als nationaal symbool, want de nieuwe generatie Denen eet liever een bordje pasta. Daarom is ‘The Danish National Potato Council’ in het leven geroepen, die jaarlijks op 15 juni de aanrdappel promoot. Gold laat sheets zien van Deens tarwebrood met koude aardappels erop, een Deense specialiteit. Ik geef de jonge Denen groot gelijk, doe mij ook maar een bordje pasta! 

Alpha Gado Boureima bespreekt de voedselcrises in de Sahel vanaf 1900. Wat waren de mechanismen die het gedrag rond voeding reguleerden? Hij noemt vier stadia, om te beginnen het aanspreken van voedselreserve. In het tweede stadium zijn fruit en bladeren van wilde planten essentieel, terwijl het derde stadium een radicale verandering laat zien: bij gebrek aan geschikt voedsel kiezen mensen voor giftige of minder giftige planten. In het vierde stadium, wanneer geen andere mogelijkheden meer lijken te bestaan,  is er sprake van verkoop van kinderen, van kinderroof, prostitutie en zelfs kannibalisme. Kortom:  honger heeft een enorme impact op het gedrag. 

De voordrachten van Usmanov en Gado Boureima maken duidelijk dat de insteek van dit programmaonderdeel westers is. Een welvarende bevolking kan zich bezighouden met het begrip identiteit, die luxe kun je je niet veroorloven als er sprake is van een voedselcrisis.  Eten en drinken, dat is het enige dat dan telt. Wat dat betreft is de menselijke behoeftepyramide van Maslow nog steeds een leerzaam vehikel, ook voor historici. 

Geïnspireerd door deze lezingen voeg ik me bij andere congresgangers in het Holland History House, op de locatie van het Amsterdams Historisch Museum. Hans Goedkoop en Jouke Turpijn gaan in hun talkshow The remains of the day kort in gesprek met Hans Blom, de voorzitter van het organiserend comité van het ICHS. Hoe zit het met de ambities van historici, zo is de vraag. Beelden van de onlangs overleden Tony Judt maken duidelijk dat gedrevenheid heel veel vermag, daar kunnen veel historici inspiratie aan ontlenen.
De Holland History Hunters verzorgen een vrolijke noot: zij hebben opnames gemaakt van congresgangers met de vraag wat historici zoal voor kleding dragen. Wat sfeerbeelden leveren een divers beeld op: van t-shirts en kaplaarzen tot ‘well dressed’.

Peter Scholliers en Garrelt Verhoeven verleggen het accent naar de geschiedenis van voeding. Kookboeken, zo stellen zij, kun je zien als de geschiedenis van invloeden. Wat dat betreft heeft Nederland een open identiteit: ook onze voedselbereiding is altijd onderhevig geweest aan invloeden van buitenaf. Nog even wat proeven naar een zeventiende-eeuws Italiaans recept, en daarna is het tijd om ‘echt’ iets te gaan eten.

Ik sluit de dag af met een bezoek aan de tentoonstelling Irma Boom, biographie in books bij de afdeling Bijzonder Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Irma Boom (1960) is grafisch ontwerpster met een focus op boekontwerp. Voor elk boek verzorgt ze een ‘total design’ en heeft hier internationale bekendheid mee verworven. Het werk van Boom staat in een lange traditie van boekontwerp, zo maken vele historische voorbeelden uit de depots van de afdeling Bijzondere Collecties duidelijk. Boom heeft er ongetwijfeld inspiratie aan ontleend!
 
Bericht geplaatst in: artikel