WE DOEN HEEL VEEL!

Geplaatst op 26 mei 2009 door Redactie
We doen heel veel!
"Het lijken veel deelaspecten: kermis, kamerplanten, feesten, normen en waarden, maar voor ons vormen ze puzzelstukjes van het grotere geheel."

Ineke Strouken legt de betekenis van tradities uit. foto: NCV

Geschiedenis.nl:
Wat is en doet het Nederlands Centrum voor Volkscultuur?

Ineke Strouken: Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur houdt zich bezig met de cultuur van het dagelijks leven en het immaterieel erfgoed. Het ondersteunt het hele grote veld dat zich met volkscultuur bezig houdt, geeft voorlichting over de (historische) achtergronden van alledaagse dingen, tradities en rituelen en organiseert in 2009 het Jaar van de Tradities.
Landelijk werken wij direct samen met het Meertens Instituut, het wetenschappelijk instituut en de bibliotheek.
Momenteel adviseren wij veel beleidsmedewerkers van provincies, gemeenten en instellingen omdat volkscultuur één van de drie speerpunten is van het landelijk cultuurbeleid. Tevens zwengelen wij nationaal de discussie aan over het ‘beschermen’ van het immaterieel erfgoed en denken wij internationaal mee hoe de UNESCO conventie voor het immaterieel erfgoed  concreet gemaakt kan worden.

Geschiedenis.nl: Wie is Ineke Strouken en hoe bent u bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur gekomen?

Ineke Strouken: Ik ben opgegroeid in Brabant in een gezin waarin kunst en cultuur belangrijk gevonden werden. Als klein kind was ik al geïnteresseerd in hoe gewone mensen vroeger leefden en in culturen, waar ook ter wereld.
Na mijn ULO examen het ik altijd gewerkt en gestudeerd: atheneum, MO-B geschiedenis en later de universiteit. Ik studeerde alles waar ik zin in had en heb de gekste diploma’s gehaald. Dat kon toen nog.
Met werken ben ik begonnen in de zaak van mijn vader. Later ben ik een tijd lang mede-eigenaar van een krant geweest, maar ik heb ook veel les gegeven.
Voor mijn studie had ik al contact met het Informatiecentrum voor Volkscultuur (de voorloper van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur), een heel klein landelijk bureau. Ik ben toen gevraagd om te solliciteren als beleidsmedewerker en heb de baan aangenomen op voorwaarde dat onder volkscultuur ook de stedelijke cultuur en de cultuur van alledag verstaan werd. Na twee jaar werd ik directeur en zijn alle stichtingen (er was ook een Beraad en Genootschap) omgezet naar het Nederlands Centrum voor Volkscultuur.

Geschiedenis.nl: Heeft volkscultuur wel met serieuze geschiedenis te maken? De geschiedenis van de kermis is natuurlijk een aardig onderwerp, maar wat moet je ermee?

Traditie (foto rechts) is het blad van het NCV

Ineke Strouken:
Je moet juist het vak heel goed beheersen (en ook nog gebruik maken van de methodieken van andere disciplines) om onderzoek naar aspecten van het dagelijks leven te kunnen doen (of in mijn geval op te zetten en te begeleiden). Wij doen onderzoek naar de dingen die zo alledaags zijn dat ze in het verleden niet goed gedocumenteerd werden. Het lijken veel deelaspecten: kermis, kamerplanten, feesten, normen en waarden, maar voor ons vormen ze puzzelstukjes van het grotere geheel.
Er is echter wel een verschil met geschiedbeoefening. Wij gaan altijd uit van het heden en kijken vandaar terug.

Geschiedenis.nl: Kunt u concrete voorbeelden noemen van zaken waarmee het Nederlands Centrum voor Volkscultuur op dit moment bezig is?

Ineke Strouken: We doen heel veel! Wij hebben vier tijdschriften, wij zijn bezig met het Alledaagse leven, een 35-delige reeks en wij hebben deze week twee boeken afgerond. Verder hebben wij 26 reizende tentoonstellingen (waaronder een hele populaire tentoonstelling gedrukt op t-shirts, die in 26-voud overal in Nederland bij archieven, musea, supermarkten, voortuinen, gemeentehuizen, ziekenhuizen, kermissen, begrafenisondernemers, bibliotheken en scholen te zien is). Binnenkort hebben wij twee congressen en een festival, en ik ben bezig met de voorbereiding van de grootse afsluiting van het Jaar van de Tradities op 1 maart 2010.
Tot de dagelijkse taken horen ook het radio- en televisiewerk, het geven van lezingen en colleges en het stimuleren van netwerkverbanden (bijvoorbeeld het opzetten van een landelijke structuur voor traditionele sporten).
En dan heb ik het nog niet over de lopende onderzoeken, onder andere naar de regionale tradities en rituelen.

Geschiedenis.nl: Gaat het Nederlands Centrum voor Volkscultuur ook tradities van allochtone culturen binnen de Nederlandse samenleving bestuderen en ondersteunen?

Ineke Strouken: Wij houden ons bezig met volkscultuur in Nederland. Daar hoort ook de cultuur van de nieuwe Nederlanders onder. De vraag vanuit de derde generatie nieuwe Nederlanders naar de achtergronden van hun tradities neemt snel toe. Culturele diversiteit is voor ons heel vanzelfsprekend.

Geschiedenis.nl: Heeft het Nederlands Centrum voor Volkscultuur een aanbod voor het voortgezet onderwijs? Waaruit bestaat dat?

Ineke Strouken: Wij hebben natuurlijk wel kant-en-klare producten (zoals lesmateriaal, tentoonstellingen en levende geschiedenispresentaties), maar het is veel leuker om mee te denken. Onze kracht is dat wij veel weten en een groot netwerk hebben van mensen en organisaties die veel kunnen. Scholen weten ons altijd goed te bereiken.

Het Alledaagse leven (foto rechts) is een serie over volksgebruiken

Geschiedenis.nl: Op dit moment is er een discussie rond het Nationaal Historisch Museum. Moet het ingericht worden op basis van de canon of op basis van thema’s? En is het goed dat het niet naast het Openluchtmuseum in Arnhem komt? Wat is uw mening?

Ineke Strouken: Ik vind het heel spannend om te zien hoe een nationaal museum vanuit het niets opgebouwd wordt. Bij een museum denken wij nog teveel aan een gebouw en een collectie. Het museum van de toekomst zal veel meer digitale bezoekers dan lijfelijk aanwezige bezoekers krijgen en dan is de plaats waar het gebouw staat minder belangrijk.
Wat bij het NHM speelt is dat de directeuren niet met het imago van het Nederlands Openluchtmuseum (NOM) geconfronteerd willen worden. Het NOM had het imago van een museum voor traditionele plattelandscultuur, maar dat is het allang niet meer. Het is nog wel het enige museum in Nederland waar volgens mij iedereen ooit wel eens geweest is.
Volkscultuur kun je van onderop benaderen en dan kun je er iedereen voor interesseren, ook mensen die niet vaak met kunst en cultuur in aanraking komen, jongeren en nieuwe Nederlanders. Maar omdat het zo alledaags is en voor iedereen herkenbaar, wil de intellectuele elite er nog wel eens neerbuigend over doen.
Het ligt er aan wat je met een museum wilt. Wil je dat heel veel mensen het gevoel hebben dat het om hun geschiedenis gaat, dan is de plek naast het NOM prima en kan het NHM veel profijt van het openluchtmuseum hebben. Wil je er een statussymbool van maken dan zou ik voor een andere plaats kiezen. Of er voor canon of thema’s gekozen moet worden, hangt ook af wat en wie je met het museum wilt bereiken.

Naar het Nederlands Centrum voor Volkscultuur

 

 

Bericht geplaatst in: artikel