VERGETEN PLEKKEN

Geplaatst op 15 januari 2009 door Maria van Haperen
Vergeten plekken
Beeldend kunstenaar Hans Citroen (1947) toont aan de hand van veertig foto’s dat concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz groter was dan het museum in Oswiecim laat zien. 

Jarenlang struinen door het landschap rondom het beruchte kamp leverde Vergeten plekken op: plaatsen, gebouwen en objecten die weliswaar niet zijn opgenomen in het officiële Auschwitzmuseum-programma, maar toch herinneren aan ‘toen`. Citroen zet met Vergeten plekken het icoon met beide benen op de vloer en plaatst het in de omgeving. 

Was Oswiecim tot 1940 een onbeduidende plaats van ongeveer twaalfduizend inwoners (waarvan zevenduizend Joden), in 1944 telde Auschwitz ongeveer tweehonderdduizend inwoners (merendeels gevangenen). Binnen vier jaar tijd waren rond de kern van de stad twee grote woonwijken, drie concentratiekampen en een enorm industriecomplex gebouwd en was het omringende gebied met de zompige moerassen omgevormd tot visvijvers, tarwevelden, kassenland, legbatterijen, veehouderijen en varkensfokkerijen.

Voor de vierduizend overgebleven oorspronkelijke inwoners resteerde na de oorlog slechts een spookstad. Veel van het concentratiekampcomplex werd ontmanteld. Hout van de barakken waarin gevangenen in Birkenau sliepen werd gebruikt bij de wederopbouw van Warschau. Maar Oswiecim herstelde zich. Regeringspropaganda eind jaren ’40 prees de stad aan als ‘kant en klaar` communistisch industrieel paradijs, en in de jaren ‘50 vonden meer dan dertigduizend mensen er een toekomst. Van het zware oorlogsverleden resteerde nog slechts het voormalige Stammlager (Auschwitz I) en de kale vlakte met roodbruine schoorstenen in Birkenau.

Vandaag de dag is Auschwitz, naast het symbool van de Holocaust, vooral een museum dat op de wereld erfgoedlijst van UNESCO staat. Het voormalige Auschwitz I met zijn stenen genummerde barakken wordt jaarlijks door meer dan 1,2 miljoen mensen bezocht. Menig toerist laat zich fotograferen onder de toegangspoort Arbeit macht frei, bezoekt de permanente tentoonstellingen die in de barakken zijn gehuisvest, loopt door de kleine gaskamer en het crematorium, en completeert zijn bezoek aan het Stammlager met een wandeling door, het twee kilometer verderop gelegen, Auschwitz II, Birkenau.
Maar in Oswiecim resteert meer van het zware oorlogsverleden dan in het museum, in het Stammlager en in Birkenau te zien is, zo blijkt uit de foto’s van Hans Citroen.

Citroen en zijn partner Barbara Starzynska (Oswiecim 1956) bezoeken en fotograferen de plaats meerdere malen per jaar. Het resultaat daarvan zijn duizenden foto’s, waarvan een selectie van 40 exemplaren op de tentoonstelling Vergeten plekken in het NIOD  te zien is.

Bijvoorbeeld foto’s van de spoorlijn, die anno 2008 houten hekwerken en andere afrasteringen trotserend, door tuinen loopt en overwoekerd door jonge bomen in een bos verdwijnt. En van de oorspronkelijke Judenrampe, waar tot aan het begin van de Hongaarse transporten, voorjaar 1944, Joden uitstapten, om vervolgens vandaar uit te voet over de onverharde weg naar Birkenau te lopen. Van de dichtbij de Judenrampe gelegen Kartoffelnbaracken, waarin goederen opgeslagen lagen die soms met de trein terug gingen, en waarin tot 2004 skatende Oswiecimer hangjeugd vertier vond. Ook is er een afbeelding te zien van een eenzaam driehoekig verkeersbord met een waarschuwing voor de aankomende trein, terwijl er al meer dan zestig jaar geen trein meer rijdt.

Duizenden betonnen kamppalen moeten het Auschwitz-complex hebben omheind. Meer dan honderdduizend zijn er in diverse fabrieken in Silezië geproduceerd door slavenarbeiders uit het Auschwitzcomplex. De meeste palen in Oswiecim en omgeving zijn fabricaten uit de Industriehof van Auschwitz I. Tegenwoordig doet de voormalige Betonwerkstätten dienst als sanitairdiscount. Het uitgestrekte terrein waar de bekisting werd getimmerd om het beton in te gieten, is lang geleden met de grond gelijk gemaakt. Nu ligt daar een parkeerplaats, een commercieel toeristencentrum met snackbar en een hotel.
Ondanks de kaalslag en nieuwbouw wist Citroen enkele originele exemplaren te fotograferen. Zoals de paal aan de rand van het dorpje Nowe Monowice (Monowice, ook wel Auschwitz III) die na de oorlog niet kon worden omgetrokken en nu als verdwaald museumstuk het landschap markeert. Of de palen die werden hergebruikt als boog en in een kippenren.

Veel van wat Citroen de afgelopen vijftien jaar fotografeerde is verdwenen. Het Kartoffelenbarackengebouw vlakbij de oorspronkelijke Judenrampe ging in oktober 2004 voor een deel in vlammen op. Van de overslagfunctie die het gebouw ooit had is niets meer te zien, de spoorrails is verwijderd en ook de dichtbij gelegen Judenrampe is op de schop gegaan. In plaats daarvan is een replica aangelegd die als memorial dienst doet. En het verkeersbord met de rokende locomotief werd, nadat Citroen het fotografeerde, verwijderd. Voor veel Oswiecimers is de  aandacht voor het Auschwitz verleden buiten de museumgrenzen ‘te veel` van het goede, maar Auschwitz is nu eenmaal groter dan een museum.

Tentoonstelling NIOD/CHGS
18 november 2008 t/m 20 februari 2009
maandag van 13.00 – 17.00 uur
dinsdag – vrijdag 9.00 – 17.00 uur
Herengracht 380
Amsterdam

Bij de expositie Vergeten Plekken is vanaf dinsdag  25 november lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs beschikbaar. Dit materiaal is te vinden op www.chgs.nl en is vrij te gebruiken.

Kijk op www.chgs.nl links op de site onder Educatie, scroll naar beneden, naar docent onder genocide op de Joden (Holocaust 1941-1945).

Van Hans Citroen en Barbara Starzynska verschijnt medio 2009 Auschwitz: de nieuwe stad in het oosten. Hierin naast tekst ook veel niet eerder gepubliceerde foto’s, archiefmateriaal, en plattegronden, en de foto’s die op de expositie Vergeten plekken te zien zijn.

 

 

Bericht geplaatst in: artikel, feniks docenten