ALS IK IN DE TWEEDE KAMER KOM...

Geplaatst op 8 september 2012 door Peter de Koning
Als ik in de Tweede Kamer kom...
Verkiezingstijd! Peter de Koning, muzikaal redacteur van geschiedenis.nl, stelde een top-5 samen van muzikanten met politieke aspiraties.
Veel politici studeerden geschiedenis of internationale betrekkingen, maar er zijn ook een paar muzikanten die het politieke vak inrolden. Bij deze een top-5. Plus een poging om voor de vijf leden van dit bonte gezelschap een Nederlandse politieke partij te vinden. 

Lijst 1: Alice Cooper
Alice Cooper nam in 1973 het nummer Elected op, een sneer naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen. In de geweldige videoclip strooit de hardrockzanger met dollarbriefjes voor alle Hardwerkende Amerikanen terwijl hij zich laat chauffeuren in een Rolls-Royce. Alice is natuurlijk een liberaal van d’oude stempel: rondkarren in een Rolls, beetje golfen, lekker geld verdienen maar wel de liberale vrijheid nemen om je in een strakke broek op een nep-guillotine te laten executeren. Gezellig Rechts dus, al zit een coalitie met de Dierenpartij er, na dat ene incidentje met die kip, helaas niet in.
Eindoordeel: Alice is een democraat in hart en nieren, maar natuurlijk veel te wild voor D66. Blijft over, de VVD.









Lijst 2: Jello Biafra

Toen hij nog zanger was zanger van de punkband Dead Kennedys, stelde Jello Biafra (nee, dat is niet zijn werkelijke naam) zich kandidaat voor het burgemeesterschap van zijn woonplaats San Francisco. Ondanks zijn felle, linkse standpunten en soms bizarre plannen (een voorstel was dat bankiers binnen de gemeentegrenzen een clownspak aan moesten) eindigde hij op een respectabele vierde plaats (van de tien kandidaten). In 2000 besloot Biafra zich kandidaat te stellen voor het presidentschap namens de Green Party, maar dit keer moest hij zijn meerdere erkennen in Ralph Nader.
Eindoordeel: Van dik hout zaagt Jello zijn planken. Hup, die barricaden op! Ook hier in Nederland wil hij zo links mogelijk, de SP dus.








Lijst 3: Kinky Friedman

Countryzanger, schrijver van detectives, verstokte vrijgezel, sigarenroker, wapenliefhebber, dierenvriend, Texaan en jood: de onnavolgbare Richard ‘Kinky’ Friedman is een vat vol tegenstrijdigheden. Dat hij zich kandidaat zou stellen voor het gouverneurschap van Texas was dan eigenlijk ook weer niet een hele grote verrassing. Tijdens zijn campagne viel hij vooral op vanwege zijn originele oneliners. Over het homohuwelijk: "Homo’s moeten het recht hebben om net zo ongelukkig met elkaar te worden als heterostellen". Friedman is de auteur van liedjes als Top ten commandments en They ain’t makin' Jews like Jesus anymore waarmee hij religieuze fanatici van alle pluimage tegen de haren in streek.
Eindoordeel: Ondanks zijn campagneslogan “May you be blessed by the Lord of your choice” lijkt een christelijke partij onwaarschijnlijk voor de Kinkster. Bovendien is hij een hartstochtelijke voorvechter van het vrije woord, die bovendien praat als een ouwe piraat. Blijft over: de Piratenpartij.







Lijst 4: Gilberto Gil
Politiek en muziek, het lijken twee grootheden die niet samen gaan. Muzikanten lijken te frivool om te verkozen worden en laten we over de artistieke pogingen van politici (met als onpeilbaar dieptepunt Hilbrand Nawijn) maar zwijgen. Gaat altijd mis toch? Nee hoor. Uit Brazilië, het land waar de mensen zingend ter wereld komen, schopte een bekende muzikant het tot gewaardeerd politicus. Gilberto Gil had al een loopbaan als succesvol zanger en songschrijver achter de rug toen hij door president Lula werd gepolst voor de functie van minister van Cultuur. Niet zo vreemd, want de zanger was al jaren actief als activist. Eerst als tegenstander van de Braziliaanse dictatuur en later vooral bij het beschermen van het tropisch regenwoud. Uiteindelijk was hij vijf jaar minister.
Eindoordeel: Gil is links, heeft op het regeerpluche gezeten en tijdens zijn ministerschap waren er discussies over de hoogte van zijn salaris. Een salonsocialist in hart en nieren dus, vast op zijn plaats bij de PvdA.





Lijst 5: Louis Davids

We sluiten dicht bij huis af met Louis Davids. De beste man is al 75 jaar dood, maar zijn liedjes zijn nog altijd actueel. Luister maar eens naar Als ik in de Tweede Kamer kom, uit 1921. In zijn typetje als jofele Amsterdammer belooft hij “voor iedere oude werkman een fatsoenlijk pensioen”. Als het aan hem ligt schaft hij alle belastingen ook direct af. Aan moderne kunst heeft hij ook broertje dood: “Dan bouwen we een groot gesticht voor de hervormers van het toneel en ik sluit de deuren dicht (…) Dan behoeft de burgerij die rommel niet te zien”. Klinkt opvallend eigentijds. Voor zijn politieke tegenstanders heeft Davids in het laatste couplet ook een adequaat recept: “En als er iemand tegen spreekt dan slaat ik die op zijn kop!”
Eindoordeel: Veel woorden en weinig daden. Holle vaten klinken het hardst, ook al in 1921. Populisme voordat het zo heette: echt iets voor de PVV.

Bericht geplaatst in: artikel, column