"MAASTRICHT, DAT GUN JE JEZELF EN NIEMAND ANDERS"

Geplaatst op 24 maart 2011 door Rob Rombouts
"Maastricht, dat gun je jezelf en niemand anders"
Boeiende 'sprokkels' uit het archief van Regionaal Historisch Centrum Limburg ontkrachten de vooroordelen over Maastricht.
Maastricht staat onder de Nederlanders bekend als die verafgelegen stad bij het drielandenpunt. De stad waarvoor je minstens een paar uur moet rijden om er te komen. Waar carnaval wordt gevierd en waar men met een flinke dosis chauvinisme met volle teugen van het leven geniet. De uitgave van het tweede Groot Verhalenboek van Maastricht laat zien dat de geschiedenis van Zuid-Limburg niet alleen interessant is voor de regio zelf, maar voor iedere Nederlander die zijn land wil begrijpen.

De vooroordelen over Maastricht worden door de sprokkels uit het archief van het Regionaal Historisch Centrum Limburg stevig ontkracht. Het Groot Verhalenboek van Maastricht is opgebouwd uit kleine sprokkels die tezamen een afspiegeling vormen van de veelzijdigheid van de stad. Van nationale geschiedenis als tulpen- en slavenhandel tot moedige Maastrichtse ondernemers die in Rome een staalbedrijf willen beginnen.
                                                                                                                                                                                                                                      Het Maastrichtse verleden is vervlochten met de kerkgeschiedenis, zoals onze hele land dat is. Saai? Integendeel! Het prachtige liefdesverhaal van Maria Jacoba de Turenne bijvoorbeeld is als een ongeslepen diamant. Net uit de rots gehouwen verschijnt dit verhaal als een sprokkel, maar verdient op zichzelf een hele roman.

Tegen het eind van de 17e eeuw begon de liefde tussen Maria Jacoba de Turenne en Jacob Nijpels doordat hij bij haar klaagde dat hij berooid zou zijn. “Bewogen door zijn ‘gelamenteer" leende zij hem enkele schellingen. In de maanden daarop verscheen Jacob iedere dag voor haar neus en besloten ze zich te verloven. Maar Maria Jacoba was een vrouw die niet voor één gat te vangen was en wilde pas trouwen wanneer hij twee jaar in het leger dienst had gedaan. Jacob ging, maar nog voordat hij terugkwam, kreeg zij de verschrikkelijke boodschap dat hij dagelijks met ‘lichtvaardige’ vrouwen omging. Maria verbrak de verloving.

Maar de liefde, o de liefde, won het van haar bezwaren en na ‘schone woorden’ van Jacob nam ze hem weer in genade aan. Na een wandeling in het Haagse Bos moest het liefdespaar schuilen in een herberg en daar verkrachtte de begerige en ongeduldige Jacob zijn Maria. Opnieuw verbrak ze de verloving, maar opnieuw vergaf zij hem.

Maria’s omgeving begreep haar liefde niet en om ze uit de weg te gaan en Jacob te volgen, trok ze mannenkleren aan en nam dienst in het regiment. Het duurde niet lang voordat ze werd ontdekt en uiteindelijk besloot ze Jacob Nijpels achterna te reizen en zo kwam ze als zwangere vrouw in Maastricht terecht.

Ondanks al de keren dat ze Jacob had vergeven, ging Jacob Nijpels haar - bij hun ontmoeting in Maastricht – niet achterna, maar bedreigde hij haar. Even later zag ze hem arm in arm door de stad lopen met Anna Riemst, de dochter van de schoenmaker. Maria wilde het meisje waarschuwen, maar opnieuw tegen de verwachting in kreeg ze geen bedankje, maar werd ze door de schoenmaker in elkaar geslagen. De volgende dag kocht Maria Jacoba een pistool.

Maria was wanhopig en wilde Jacob ombrengen, maar het pistool weigerde af te gaan. Ze verschuilde zich met een mes bij zijn bed. Om vijf uur ’s ochtends zei ze: “Gij maagdenschender, hebt gij mij een aanzoek gedaan om nu met een ander te gaan trouwen?” Ze stak hem neer. De dragonder die Jacob weg moest dragen schold haar uit voor hoer waarop Jacob zei: “Mijn lief, gij zijt geen hoer!”

Maria kwam in de gevangenis terecht en eiste een confrontatie met Jacob Nijpels. Hij ontkende alles, maar toen hem werd gevraagd of niet hij degene was die de problemen had veroorzaakt, gaf hij toe en vroeg om vergeving voor de arme Maria.

De rechtbank had geen betere straf voor de katholieke Jacob Nijpels uit kunnen spreken: hij werd veroordeeld om met de protestante Maria Jacoba te trouwen. Op 21 februari 1690 trouwden zij in de protestantse Sint-Janskerk en in juli van dat jaar kregen zij een zoontje.

Dit verhaal is één van de vele noemenswaardige hoogtepunten van het boek. Juist doordat de sprokkels bestaan uit korte stukjes, geïllustreerd met interessante historische afbeeldingen, is dit een boek wat je niet loslaat. Het is een pleidooi voor regionale geschiedenis die interessante aanknopingspunten biedt met geschiedenis van nationaal formaat.

Het particuliere karakter van de korte verhalen, maakt dit boek bovendien tot een didactisch verantwoord bronnenboek. Hoewel het Maastrichtse chauvinisme best in Maastricht mag blijven, zou dit boek door het hele land moeten gaan.  

Groot Verhalenboek van Maastricht, deel 2, Meer sprokkels uit het archief
Uitgeverij Walburg Pers / Regionaal Historisch Centrum Limburg
ISBN: 978.90.5730.705.8
238 pagina’s

Bezoek voor meer informatie de volgende websites:
www.rhcl.nl
www.walburgpers.nl  

Bericht geplaatst in: artikel, boekrecensie, nieuwtje