RETABELS: DE HEMEL OP AARDE

Geplaatst op 5 november 2008 door Jos Martens
Retabels: de hemel op aarde

Jos Martens over Vlaamse retabels.

Jos Martens bespreekt het boek De Boodt, R. en U. Schäfer, Vlaamse retabels. Een internationale reis langs laatmiddeleeuws beeldsnijwerk, Leuven, Davidsfonds, 2007, 298 blz., en knoopt er meteen een eigen verhaal aan vast.

Tijdens de regering van de Bourgondische hertogen (1384-1482) en de eerste helft van de zestiende eeuw, bereikten de Nederlanden een ongeëvenaarde bloei op economisch gebied. Ook op artistiek vlak bracht deze tijd, die de beroemde Nederlandse cultuurhistoricus Johan Huizinga het 'Herfsttij der Middeleeuwen' doopte, een nadien nooit meer overtroffen artistieke uitstraling. In elk Frans Loirekasteel, in elke Duitse burcht verkondigen ‘Vlaamse’ wandtapijten en paneelschilderingen nog heden ten dage de glorie van ons verleden. Vorstelijke hoven in heel Europa wedijverden met elkaar om de befaamde Nederlandse polyfonie te laten uitvoeren door kapelmeesters uit de Nederlanden.

ONTSTAAN
Omstreeks 1400 las de priester de mis aan het altaar, met de rug naar de gelovigen, zoals hij al enkele eeuwen deed en zoals gebruikelijk bleef tot na het Tweede Vaticaans Concilie (ca. 1965). Pas vanaf dan werd het altaar naar de gelovigen gekeerd. In de meeste kerken is het oudere altaar nog bewaard, bijvoorbeeld in de neogotische kloosterkapel van onze school, die dateert van ca. 1900.
Dit schiep op grote schaal de nood aan altaarversieringen. Aanvankelijk plaatste men er een reliekschrijn of devotiebeeld op, maar in de Bourgondische tijd ging de voorkeur naar luisterrijke retabels, bevolkt met tientallen figuurtjes die taferelen uit het evangelie of heiligenlevens uitbeeldden.

De Vlaamse retabels die in de vijftiende en de zestiende eeuw naar heel Europa geëxporteerd werden, bestonden uit een houten kast die was onderverdeeld in compartimenten. Daarin werden uit hout gesneden beeldjes en beeldengroepen geplaatst. In de meeste gevallen waren die beeldjes beschilderd en verguld, wat het geheel een kleurig en feestelijk uitzicht gaf.
Hun bedoeling was tweevoudig: de aandacht richten naar het altaar en vooral het Bijbelverhaal aanschouwelijk maken voor de ongeletterde gelovigen. In die zin zijn ze een normale voortzetting van het didactische beeldhouwwerk dat vanaf de Romaanse periode voorkwam op de portalen en de kapitelen van de zuilen in de kathedralen.

CENTRA
Een rijk geïllustreerd kunstboek brengt dit erfgoed voor het eerst in kaart. Hoeveel Vlaamse retabels er precies gemaakt werden, weten we niet. Wel weten we dat er 328 bewaard zijn. De meeste bevinden zich in Duitsland (93) en België (84), maar ook de protestantse Zweden koesteren in hun kerken en musea nog 38 Vlaamse retabels. Zelfs in IJsland hebben ze er eentje.

De cijfers danken we aan de Vlaamse kunsthistorica Ria De Boodt en haar Duitse collega Ulrich Schäfer, die een inventaris van de bewaarde retabels opstelden. Je vindt die terug in hun boek Vlaamse retabels (2007), dat op een bevattelijke manier de huidige kennis over het onderwerp bijeenbrengt. Dankzij de schitterende foto's, met tientallen pittige details, is het boek bovendien een lust voor het oog.

Edoch…eigenlijk is de titel van het boek een anachronisme.
Vanaf het laatste kwart van de veertiende eeuw tot het einde van de zestiende zal het oude hertogdom Brabant het Europese centrum voor de in hout gesneden retabels worden. Omstreeks1500 was de vervaardiging van retabels uitgegroeid tot een ware, zeer lucratieve kunstindustrie, met Antwerpen, Brussel en Mechelen als belangrijkste centra.

- Brussel: waarschijnlijk het oudste.

- Mechelen: de meest intieme voorstelling. Vooral bekend voor zijn 'besloten hofkens' en zijn figuurtjes met poppengezichtjes. Besloten hofkens zijn meestal van bescheiden afmetingen, bestemd voor persoonlijke devotie, vaak tegen een achtergrond van fluweel, waarin metalen (zilveren of geelkoperen) ornamenten als sterren en bloemen verwerkt zijn. In zekere zin zijn ze de voorlopers van de (vaak kitscherige) gipsen heiligenbeelden-onder-stolp die je tijdens de vorige eeuw in zoveel katholieke woonkamers vond.

- Antwerpen: hier zal men het meest commerciële werk afleveren.
Hier wordt ook de verkoop op grote schaal georganiseerd, zelfs voor retabels uit andere steden (vooral uit Brussel). Antwerpen was om het oneerbiedig te formuleren: "Een supermarkt voor religieuze devotiemeubelen!"

De havenstad fungeerde trouwens als hét distributiecentrum voor ‘Vlaamse’ luxeproducten in het algemeen: wandtapijten uit Leuven, Brussel of Oudenaarde; schilderijen van de ‘Vlaamse Primitieven’, retabels, goud en zilverwerk en vanaf 1481 reeds: gedrukte boeken.

Klik hier voor het gehele artikel als pdf.
 

Bericht geplaatst in: artikel, boekrecensie