ROMANTIEK

Geplaatst op 8 september 2008 door Redactie
Romantiek
Wie rijdt daar zo laat door nacht en wind?
De romantiek is een geesteshouding die zich ontwikkelt tegen het eind van de 18e eeuw en tot het midden van de 19e eeuw zeer invloedrijk was. Het gevoelsleven staat centraal als reactie op de Verlichting. Vaak gaat dit samen met het verlangen naar een geïdealiseerd verleden, het ongrijpbare geluk (meestal in de liefde) en verheerlijking van de natuur. Het menselijke bestaan wordt volgens romantici gedomineerd door ongrijpbare en onbestuurbare krachten (magie, geloof, het noodlot). Thema's die aansluiten bij de romantiek: onmogelijke of fatale liefde, vergankelijkheid, ondergang, noodlot, magie en sprookjes, heldenverhalen, strijd tussen goed en kwaad.

Literatuur

Aan het begin van de negentiende eeuw is er een sterke belangstelling voor de middeleeuwen. Heldendaden van ridders gecombineerd met sagen en legenden zijn populair.

Uit Engeland komen de Arthur-legendes en de ridders van de Ronde Tafel , Ivanhoe (Walter Scott) is het ideaalbeeld van de Saksische ridder die zich verzet tegen de Normandische overheersing. Ook de Robin Hood-mythe past in de romantische traditie. Romantische dichters zijn Keats, Shelley en Byron.

In Frankrijk zijn Alexandre Dumas (de drie musketiers), Stendhal (het rood en het zwart) en Victor Hugo (de klokkenluider van de Notre Dame) bekende vertegenwoordigers van de romantiek.

In Nederland zijn Rhijnvis Feith (Julia, 1783), Willem Bilderdijk, Nicolaas Beets (Camera Obscura) voorbeelden van romantici in de literatuur.


Uit Duitsland komende de sprookjes van de gebroeders Jacob en Wilhelm Grimm. Goethe (1749 - 1832)  schrijft over de fatale liefde (Die Leiden des Jungen Werthers, 1774). In zijn gedicht Erlkönig (1782) komt een aantal typisch romantische zaken bij elkaar. Een vader rijdt met zijn zoon voor op het paard door het bos in een donkere nacht. De zoon ziet de takken van de bomen voor armen aan die hem willen grijpen. Plotseling ziet hij de Elfenkoning die hem mee wil nemen. In paniek roept hij zijn vader te hulp. Maar de vader denkt dat de zoon in de nachtelijke nevel en mist de dingen verkeerd ziet. De Elfenkoning neemt dan het kind mee: als de vader thuis komt is het kind dood. In 1815 componeerde Schubert muziek bij het gedicht.

Bericht geplaatst in: artikel