WAAROM ER GEEN PALESTIJNSE STAAT IS

Geplaatst op 1 december 2006 door Jeannick Vangansbeke
Egbert Talens, Een bijzondere relatie: Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993

talensicoon.jpgEgbert Talens gaf van 1964 tot 1966 les als Nederlandse vrijwilliger voor de UNRWA (United Nations Relief and Works Agency) op scholen voor kinderen van Palestijnse vluchtelingen in de Arabische gastlanden Syrië en Jordanië. De geschiedenis van de Palestijnen liet hem blijkbaar nooit meer los. In zijn uiterst erudiet boek Een bijzondere relatie legt hij uit hoe de Balfour declaratie waarin de Britten in 1917 een Joods thuisland voor de Joden beloven te steunen tot stand kwam. Het is een bijna geheel politiek-zionistisch document, dat al vanaf 1914 werd voorbereid en gesteund door enkele Britse kabinetsleden. Persmanipulatie was alomtegenwoordig, bijvoorbeeld in de beruchte correspondentie tussen zionistenleider Weizmann en de Arabische leider Feisal. Talens suggereert handtekeningonderzoek om de hypothese dat niet Feisal maar Jacob de Haas de tekst schreef uit te klaren. De wat merkwaardige interpunctie van het boek is bedoeld: elke komma en de plaats waar hij staat telt!

Vervolgens werd de Wilsoniaanse bries van antikolonialisme een storm, schrijft de auteur die deze taaie materie soms poëtisch kan laten klinken.

Het tweede grote manipulatieve moment is wanneer op 24 november 1947 eenentwintig VN-lidstaten kennelijk van mening waren, dat de VN bevoegdheid bezat tot het doen van een aanbeveling, inzake het verdelen van het grondgebied van Palestina in twee delen. Twintig landen bestreden deze VN-competentie, terwijl dertien landen zich onthielden bij het stemmen over het voorstel hierover een uitspraak van het Internationale Gerechtshof in Den Haag te vragen.
Een volgende stemming toonde aan dat op 26 november in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties tot stemming kon worden overgegaan. Vijfentwintig landen stemden vóór, dertien tégen en zeventien onthielden zich van stemming. Maar waarom werd er op 26 november dan niet over de verdeling van het Mandaatgebied Palestina gestemd?

Van politiek-zionistische zijde vreesde men dat de benodigde tweederde meerderheid niet gehaald zou worden. Het plotselinge besluit - op 26 november - de stemming te verdagen naar 28 november, berustte op twijfelachtige, zelfs aanvechtbare gronden. En waarom werd er op die dag, 28 november, dan niet gestemd? Ook op deze dag werd nogmaals tot een dag uitstel besloten. Zo kwam op 29 november 1947 de stemming over een aanbeveling tot het verdelen van Palestina in de Algemene Vergadering van de VN. Een tweederde meerderheid maakte VN-Resolutie 181-II tot een feit. Hoe die tweederde meerderheid, nota bene binnen drie dagen, bereikt werd, is een verhaal apart, en eigenlijk interessant genoeg om wereldkundig te worden gemaakt. België, Nederland en Luxemburg speelden een belangrijke rol: eerst onthielden zij zich zoals de Britten om daarna voor te stemmen zoals Russen en Amerikanen. De politieke zionisten aanvaardden deze hoogst bedenkelijke aanbeveling onmiddellijk, zij hadden er immers hard voor gevochten. Voor de Arabische bevolking van Palestina was deze gang van zaken eenvoudig absurd.
In mei '48 riep Ben Gurion de joodse Staat Israël uit, binnen het gebied van de door de VN aanbevolen Joodse Staat. Een oorlog tussen Israël en de omringende Arabische landen was het gevolg. Tijdens die oorlog breidde Israël zijn door de VN gelegitimeerde grondgebied uit met kilometersbrede stroken grond van de door de VN-gelegitimeerde Arabisch-Palestijnse staat. De oorspronkelijke 56,47% van het Mandaatgebied Palestina die de VN tot Joodse staat had bestempeld, was hiermee uitgegroeid tot circa 78%.

In 1949 tekenden Egypte, Jordanië, Libanon en Syrië respectievelijk en apart van elkaar, bestandsakkoorden met Israël, waarbij de stroken grond die onder de Arabische staat vielen, bezet bleven. Het resterende grondgebied van de Westelijke Jordaanoever en de strook van Gaza kwamen respectievelijk onder Jordaans en Egyptisch bestuur, zonder dat deze landen er de jure aanspraak op konden maken. De annexatie door Jordanië van de Westelijke Jordaanoever in 1950 heeft juridisch zwakke papieren, en met het weer opgeven van deze annexatie in 1988, is aan die kortstondige anomalie in elk geval een eind gekomen. Volkenrechtelijk behoort de soevereiniteit over deze gebieden toe aan de (grotendeels Arabische) inwoners van de door de VN aanbevolen Arabische staat, zoals de soevereiniteit van de aanbevolen Joodse staat toevalt aan de (overwegend Joodse) inwoners.

talensgroot.jpgVan Israëlische kant wordt ijverig getracht de indruk te wekken dat het Israëlisch-Palestijnse conflict een bilaterale aangelegenheid is, ofwel louter een kwestie tussen Israël en de Palestijnen. Dit zou het geval zijn als de politiek-zionistische aspiraties op eigen initiatief, zonder steun van of bemiddeling door andere landen, tot de stichting van de Joodse staat Israël in Palestina hadden gevoerd. Maar reeds in 1917 wisten de politiek gemotiveerde Joodse pioniers de Balfour declaratie uitgebracht te krijgen, welke in 1922 door de Volkenbond in het Britse Mandaat voor Palestina werd opgenomen. Zoals beschreven waren 33 landen in 1947 van mening met een ja-stem de aanbeveling tot het verdelen van Palestina te mogen en kunnen sanctioneren en het was op grond van die aanbeveling door de Algemene Vergadering van de VN, dat in de schriftelijke Onafhankelijkheidsverklaring van Israël sprake is van ‘’deze erkenning door de Verenigde Naties van het recht van het Joodse volk hun staat te vestigen’’, een erkenning die onherroepbaar wordt genoemd.

Gegeven de aanvaarding in 1947 door de politieke zionisten van Resolutie 181-II en de erkenning van Israël door de PLO in 1988, staat de internationale politiek feitelijk niets in de weg Israël eindelijk onder stevige druk te zetten om zich uit (de) bezette Palestijnse gebieden terug te trekken, conform de op 22 november 1967 unaniem aangenomen Veiligheidsraadresolutie 242, en tevens om de overige relevante VN-resoluties naar letter en geest uit te voeren, in uiterste instantie op straffe van boycot-maatregelen tegen en /of uitsluiting van Israël uit de internationale gemeenschap, de VN, waarvan Israël immers onder voorwaarden het lidmaatschap verwierf, besluit Talens.


Titel: Een bijzondere relatie: Israël-Palestina nader bekeken 1897-1993
Auteur: Egbert Talens
ISBN:
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2005
Aantal pagina's: 372
Prijs:   € 32

Bericht geplaatst in: boekrecensie