JANJAWEED

Geplaatst op 28 november 2006 door Jeannick Vangansbeke
Darfur is de meest islamitische regio van Soedan. Het is vanuit die regio dat de felste steun kwam voor de Mahdi en zijn beroemde opstand tegen de Britten rond 1880.

Darfur is de meest islamitische regio van Soedan. Het is vanuit die regio dat de felste steun kwam voor de Mahdi en zijn beroemde opstand tegen de Britten rond 1880. Soedan was toen afhankelijk van het Britse Foreign Office en niet van het Colonial Office. In theorie was Egypte namelijk soeverein in Soedan. Dat maakte de regering in Khartoem vrijer om naar eigen inzicht te handelen. De Egyptische titels werden behouden, de Britse gouverneur-generaal heette er de Sirdar, de mamours waren de uitvoerders, vaak Egyptenaren, capitulaties voor vreemdelingen bestonden er niet. Darfur diende nog veroverd, het Britse gezag was er louter nominaal. Niemand was er gebonden aan de verplichting tot vrijhandel, Europeanen waren er bepaald niet alom tegenwoordig. Na hun overwinning op de Mahdi in 1898, hadden de Britten een scherpe scheiding aangebracht in het bestuur van het Noorden en het Zuiden van Soedan. De slavernij werd alweer afgeschaft, de Islam en de band met Egypte in het Noorden aangemoedigd, terwijl de zendelingen aan het werk togen in het Zuiden. Misdaad werd volgens Brits recht geregeld, het familierecht en onderwijs volgens de Islam in het Noorden, het Zuiden werd lang verwaarloosd. In Brits Soedan brak in 1914 onder leiding van Ali Dinar, een prins van het Fur volk die door Kitchener in 1898 was gevangen genomen, een opstand uit waarbij de kant van de Turkse sultan en zijn jihad werd gekozen. Die had zoveel succes dat Londen gedwongen was om versterkingen naar Afrika te sturen in 1916; Ali Dinar die als ‘sultan van Darfur’ werd erkend door zijn aanhang kon pas in januari 1917 echt onderworpen worden, waarmee ‘een einde kwam aan vier decennia verzet tegen het imperialisme’. Het toenemende verzet tegen de Britten van de Egyptische nationalisten van de Wafd-partij in 1919, deed de Britten de tweedeling van Soedan nog verscherpen. Pas in september 1919 erkende Frankrijk de Britse rechten in Darfur, hoewel ook de Franse kolonisator de Islam meestal steunde.

Toen Soedan onafhankelijk werd, nam het Fur volk, trouwe moslims dus zoals uit deze historische schets blijkt, de touwtjes in handen in Darfur. Wanneer in de jaren 1990 het ‘christelijk-animistische Zuiden’ van Soedan zich onder de SPLA wil afscheuren, beschuldigde het regime in Khartoem de Fur ervan onderdak en steun aan de niet-moslim rebellen te geven. Arabische moslims, vaak zelfs recent ingeweken uit Tsjaad of Libië, kregen de macht in handen, hoewel zij een kleine minderheid vormden. Daartoe gebruikten zij de beruchte janjaweed-militie. Het geweld dat hierop volgde werd door de regering in Khartoem ten onrechte als een eeuwenoud etnisch conflict voorgesteld, vooral om buitenlandse bemoeienis te voorkomen. In 2003 werd de ex-president van Mali, Alpha Omar Konaré, die in eigen land al pratende de gewapende Toeareg wist te overtuigen de wapens neer te leggen, verkozen tot voorzitter van de Afrikaanse Unie. Het zijn de niet aflatende inspanningen van deze democratische toppoliticus die sinds 2004 als een bezetene Darfur doorkruist, die de hoop belichamen van de Fur en van de auteurs.

de Waal A., Flint J. Darfur: short history of a long war, London: Zed, 2005

Bericht geplaatst in: boekrecensie