ER WAART EEN GEEST DOOR EUROPA: DIE VAN DE KRUISVAARDER

Geplaatst op 14 oktober 2006 door Jeannick Vangansbeke
Edwin Black, Banking on Baghdad, Robert Fisk, De grote beschavingsoorlog. De verovering van het Midden-Oosten, Christopher Tyerman, God's War: A New History of the Crusades, en  Rudi Vranckx, Geesten van het avondland, de roots van het moslimterrorisme.
Er waart een geest door Europa: die van de Kruisvaarder

Bill Fisk nam zijn zoon Robert regelmatig mee naar de slagvelden van Ieper en Verdun - naar de loopgraven uit de oorlog die door H.G. Wells ‘de oorlogen die aan alle oorlogen een einde moet maken' werd genoemd en in de propaganda de grote beschavingsoorlog.


Het was dus min of meer voorbestemd dat Robert Fisk een van 's werelds meeste beroemde oorlogscorrespondenten zou worden. Zijn ooggetuigenverslag van ruim 1400 pagina's (!) beschrijft de inval van de Sovjets in Afghanistan, de oorlog tussen Iran en Irak, de burgeroorlog in Libanon, het Israëlisch-Palestijnse conflict, de Golfoorlogen en de val van Bagdad - van kindsoldaten die met een motor opzettelijk in mijnenvelden rijden in Iran, maar ook de creatie door het westen van monsters als Saddam tot de val die diezelfde. En hij zag hoe gewone burgers het leven lieten: ‘De directe fysieke gevolgen van al deze conflicten zullen tot aan mijn dood in mijn geheugen gegrift staan - en dat moet ook. Ik hoef niet in mijn bergen notitieblokken te duiken om de Iraanse soldaten weer voor me te zien die met de legertrein in noordelijke richting naar Teheran reden; ze hadden handdoeken in hun handen en spuugden Saddams gifgas weer uit in klodders bloed en slijm, terwijl ze ondertussen gewoon in de koran bleven lezen.'


H.G. Wells heeft nooit meer zo ongelijk gehad als met die ene uitspraak. In (en na) de Eerste Wereldoorlog werd juist de kiem gelegd voor menig conflict in het Midden-Oosten en ver daarbuiten. In zijn voorwoord schrijft Fisk: ‘Na de overwinning in 1918 van de geallieerden, aan het eind van mijn vaders oorlog, verdeelden de overwinnaars het grondgebied van hun vroegere vijanden. In een tijdsbestek van slechts zeventien maanden creëerden zij de grenzen van Noord-Ierland, van Joegoslavië en van het grootste deel van het Midden-Oosten. En ik heb mijn hele carrière - in Belfast en Sarajevo, in Beiroet en Bagdad - gezien hoe mensen binnen die grenzen het leven lieten.'

Dit is wat Fisk doet in De grote beschavingsoorlog. Hij gaat op zoek naar verbanden - niet alleen tussen de conflicten, maar ook tussen de oorlogen en het wereldwijde terrorisme - en geeft een uiterst kritische analyse van de manier waarop de geschiedenis van het Midden-Oosten is gevormd, namelijk door de inmenging van de Verenigde Staten en andere supermachten. De Brit heeft zowel oog voor het grote verband als voor het leed van de miljoenen oorlogsslachtoffers. Hij verhaalt net zo makkelijk over de banden tussen de familie Bush en het Saudische regime als over de persoonlijke jihad van zijn tolk of chauffeur. Dit maakt het boek tot misschien wel het meest complete werk dat ooit over het Midden-Oosten is geschreven. Zelfs zijn eigen rol  wordt aan een kritische blik onderworpen. Maar bovenal is zijn omvangrijke boek één grote aanklacht tegen de oorlog.


Wie specifiek zich voor Irak en de olierijkdom interesseert kan een ongemeen boeiend geschreven cultuurgeschiedenis van het land lezen van de hand van Edwin Black. Als knooppunt van handelswegen trok het steeds militaire avonturiers aan. Black begint zijn verhaal dan ook 7000 jaar geleden! Een hoofdfiguur is de oliemagnaat Gulbenkian, een Armeense Ottomaan die Duitsers en Fransen tegen de Britse Anglo-Persian Oil Company uitspeelde met de Nederlandse Shell als lachende derde. Het is een vlot geschreven historisch-journalistiek werk dat o.a. vanuit bijzonder leerrijke interviews met Amerikaanse soldaten in Irak stof tot nadenken biedt. Maar uiteraard is de oorlog meer dan een oliekwestie, het is ook een ideologische oorlog.


De mentaliteit van George Bush en Osama Bin Laden is die van een zich op God beroepende fanaticus die geen moment twijfelt aan zijn missie. De Britse historicus Tyerman speurde naar de oorsprong van die mentaliteit in de middeleeuwse kruistochten en de blijvende sporen ervan in het Midden Oosten. De Franse koning die de Vlamingen in de 14de eeuw kwam mores leren zag dit ook als een kruistocht. Colombus zag zich als kruisvaarder. De Europese beschaving is door die geest diep getekend. Essentie van die mentaliteit is dat leken hun zonden vergeven worden en verlost worden door te strijden voor God. Dat werd verwoord door motherf.... Guibert de Nogent (Tyerman gebruikt het kleurrijke mother-fixated snob om de man te omschrijven, het is een typisch voorbeeld van zijn bloemrijke taal). Het vergeven worden van zonden is de rode lijn die ook door de vele levensverhalen van jihadisten loopt in het boek van Rudi Vranckx, Geesten van het avondland, de roots van het moslisterrorisme. Vaak zijn het bekeerde bajesklanten. Het verhaal begint in Schaarbeek, waar de veiligheidsdiensten net op tijd toeslaan om Mourad Chabarou op te pakken. Anders dan Fisk die zich in Libanon of Irak afvraagt wat de Britten en Amerikanen daar komen doen, wil de VRT-journalist door studie van afgeluisterde telefoongesprekken de mentaliteit van de hedendaagse moslim kruisvaarders in Europa reconstrueren. Hij kreeg de tapes in Italië te pakken, waar anders ben je geneigd te denken. Zij wijzen op een nieuwe aanslag: in Frankrijk of België. Het verhaal van Mourad is maar het laatste in een lange rij. De bekeerde ex-voetballer Trabelsi smeedde plannen om de luchtmachtbasis van Kleine Brogel op te blazen. Tarek Maaroufi is de headhunter van Osama bin Laden, alweer vanuit Brussel. Al tien jaar lang waren er spoken rond in Europa, geesten van dode mannen die extremisten inspireren tot een jihad die geen grenzen kent. Wie ontvoerd en onthoofd wordt, is in een oranje pak gestoken zoals de gevangenen van Guantanamo. Vranckx beschrijft het netwerk rond de kopstukken en tracht de rekrutering in kaart te brengen. Die indringende zoektocht gaat ver voorbij de grenzen van Europa, naar plaatsen en mensen in het Midden-Oosten die de inspiratiebron vormen van het hedendaagse islamterrorisme. Europa exporteert terroristen naar Irak meer dan dat het er importeert is één van de vele interessante stellingen.


Terwijl Vranckx het helemaal eens is met kardinaal Danneels dat de Islam een Verlichting nodig heeft, slaat Tyerman nog meer de nagel op de kop. Immers, de Verlichting was een aanval van agnosten en atheïsten op de roomse kerk en haar macht. Maar de macht van Rome was al gebroken ten goede door de Reformatie die de godsdienst interioriseerde. Daar heeft de Islam behoefte aan, meent de specialist van de kruistochten. Dat Johannes Paulus II zich excuseerde voor het aangedane geweld en Benedictus XVI met begrip de Byzantijnse afkeer van de Islam theologisch wil duiden, wijst erop dat de kruisvaart mentaliteit niet enkel in Amerika of het Midden Oosten nog lang niet dood is. Ook het Avondland heeft nog jihadisten.


Edwin Black, Banking on Baghdad, John Wiley, 2004, 470 p.


Robert Fisk,  De grote beschavingsoorlog. De verovering van het Midden-Oosten, Ambo 2005, 1440 p.


Christopher Tyerman, God's War: A New History of the Crusades, Penguin-Allen Lane, 2006, 1040 p.


Rudi Vranckx, Geesten van het avondland, de roots van het moslisterrorisme, Manteau/Canvas, 2006, 240 p.

Bericht geplaatst in: boekrecensie